Geschiedenis van de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon

De ‘Eerepenning voor Menschlievend Hulpbetoon’ werd ingesteld in 1822.

De aanleiding was de redding van een militair uit een diepe waterput in de citadel van Doornik. Omdat de redding niet tijdens gevechten plaatsvond, vond Koning Willem I de Militaire Willems-Orde niet geschikt om deze daad te belonen. Als alternatief stelde hij de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in.

Dappere daden door de geschiedenis heen

De eerste toekenningen van deze onderscheiding waren vooral aan leden van de reddingsmaatschappijen en aan zeelieden die behulpzaam waren bij reddingen op zee. Of aan artsen die patiënten verpleegden met toen nog levensgevaarlijke ziekten zoals cholera. Vanaf 1900 werden ook vaker reddingen in gevallen van brand, instorting en ontploffingen met deze onderscheiding beloond. Sinds de opkomst van gemotoriseerd spoor- en wegvervoer worden mensen ook onderscheiden voor reddingen bij ongelukken met treinen, trams en auto’s. En met de introductie van het vliegtuig kwam daar nog een nieuwe dimensie bij. Andere dappere daden zijn overmeesteringen van gevaarlijke personen bij overvallen of aanslagen.

In 1912 kreeg de Erepenning haar huidige uiterlijk. Daarvoor had de onderscheiding andere verschijningsvormen, tot 1898 als legpenning.